End-to-end versleutelde Signal-berichten worden in de wachtrij geplaatst wanneer een apparaat offline is. Je telefoon en eventuele gekoppelde apparaten hebben elk hun eigen (tijdelijke) wachtrij. Wanneer een apparaat weer verbinding heeft, bijvoorbeeld wanneer je Signal Desktop weer opstart nadat het is afgesloten, kunnen in de wachtrij geplaatste berichten worden afgeleverd en verwerkt.
Signal weet niet of een bericht een verdwijnend bericht is. Dit is met opzet zo ontworpen om te voorkomen dat het platform kan zien of iemand de functie Verdwijnende berichten heeft aangezet.
Berichten worden ook niet uit de wachtrij gehaald na een bepaalde tijd, omdat dit zou laten zien dat Verdwijnende berichten aanstaat en welk deel van de tijdelijke wachtrij bestaat uit zulk soort berichten.
Ook zou dit metadata geven over wanneer die verdwijnende berichten zijn gelezen en welk apparaat ze als eerste heeft gelezen (bijv. kwam het verzoek om een deel van de wachtrij te wissen van het primaire apparaat of een gekoppeld apparaat en wanneer werd dat verzoek verstuurd?).
Het feit dat al deze informatie niet wordt weergegeven is ook een bewuste keuze in het ontwerp van ons platform.
Niks van bovenstaande gegevens wordt vrijgegeven. Elk apparaat verwerkt onafhankelijk zijn eigen tijdelijke wachtrij van end-to-end versleutelde berichten. Elk apparaat kan dan zelf zien (zonder iets aan het platform te onthullen) dat een bericht een verdwijnend bericht was en het dienovereenkomstig laten verdwijnen.
Samen met technologie zoals Verzegelde afzender helpt dit type verwerking op je eigen apparaten (in plaats van op het platform) om meer van je metadata veilig te houden.